';
KaRo Wimpergekko

Zoom in

Artikelnummer: 3
Rhacodactylus Ciliatus

Wimpergekko - Rhacodactylus Ciliatus

Herkomst

De wimpergekko of crested gecko is een schemer- en nacht-actieve hagedis die afkomstig is van de oostelijke eilanden van Nieuw-Caledonië, een eilandengroep ten Westen van Fiji en ten oosten van Australië. Daar leven ze in het struikgewas en lage bomen.
Een tijd dachten ze dat de soort uitgestorven was, tot ze in 1994 herontdekt werden.
Ondertussen is er al heel veel nakweek in gevangenschap en is de populatie in het wild ook al terug aan gegroeid dankzij uitzettingen in het wild.

Afmeting & leeftijd

Ze kunnen zo’n 20 tot 25cm groot worden, inclusief staart.
Waarvan zo’n 10 à 12 cm lichaam (zonder staart). En ze wegen meestal ongeveer 40gr.
Gemiddeld zo’n 15 jaar, tot maximaal 25 jaar. Ze zijn na 1,5 tot 2 jaar volgroeid.

Uiterlijk

De naam wimpergekko komt van de rij stekeltjes die ze net boven de ogen hebben, deze lijken namelijk op wimpers. Verder vallen ook de 2 rijen (kammen) met stekels op die ze aan beide zijden van de kop hebben. Deze lopen verder in 2 rijen over de hals en bovenaan de rug.
Ze hebben een grote kop vergeleken met hun lichaam en een redelijk dunne staart.
Ook hebben ze grote, opvallende ogen. Ze kunnen niet knipperen en maken hun oogleden schoon met hun tong. Van nature zijn het bruine gekko’s, maar de kleur kan variëren van goudgeel, naar grijsbruin, naar donkerbruin, tot zelfs oranjerood.
Tenslotte hebben ze zoals vele gekkosoorten hechtlamellen onder jun tenen, waardoor ze overal op kunnen lopen (ook gladde, verticale oppervlakken).

Kleuren

In nakweek bestaan er al vele kleurvormen.
Zoals patroonloos, twee- en driekleurig, dalmatiër, harlekijn, flame en pinstripe.

Geslachtonderscheid

De mannetjes hebben een bredere staartwortel dan de vrouwtjes.
Met aan de buitenzijde van de staartwortel 2 verdikkingen (bulten) waarin de hemipenissen liggen. Verder is bij de mannen ook een duidelijke omgekeerde V-vorm te zien net boven de staartwortel, dit zijn de pre-anale poriën. Tenslotte zijn ook de femoraalporiën aan de binnenkant van de dijbenen zichtbaar bij de mannen. Op de leeftijd van 1 jaar zijn ze gelachtrijp, maar het is aan te raden om ze maar te laten kweken na 2 jaar of als een vrouwtje 35gr of meer weegt.

Hanteren

Deze actieve hagedis is geen knuffeldier, ze zullen niet snel bijten als ze gehanteerd worden, maar het kan toch stress veroorzaken. Hou ze als je ze toch vastneemt goed vast door de volledig te ondersteunen en neem ze nooit aan de staart vast, ze kunnen deze afwerpen en deze groeit niet meer terug bij deze soort. Als ze aan je gewent geraken, kunnen ze over je handen lopen en houden ze zich goed vast. Let wel op, ze kunnen goed springen en mogen niet verkeerd vallen.

Winterrust

In de herfst en winter wordt er minder licht gegeven en ligt te temperatuur lager, dan kunnen de volwassen dieren een winterrust houden. Een winterrust, geen winterslaap!

Ze gaan minder actief zijn en minder tot bijna niet eten.

Deze periode duurt enkele weken, tot 3 maand en daarna wordt de temperatuur weer verhoogt in het terrarium en krijgen ze weer langer ligt. Hierna volgt de paarperiode.

Karakter

Het zijn echte klimmers die bijna nooit op de grond terug te vinden zijn.
Ze hebben een zacht karakter, maar kunnen toch territoriaal zijn.
Ze kunnen het best per koppel of met meerdere vrouwtjes in een terrarium gehouden worden.

Zet nooit meerdere mannetjes samen, dit zal gegarandeerd tot ruzies leiden.

Ze kunnen niet met andere soorten reptielen samen gehouden worden,

Huisvesting

Voor een enkel diertje een terrarium van vb. 45 x 45 x 45cm voldoende.
Maar 2 of 3 diertjes is 60 x 45 x 60cm al veel beter.
Het zijn klimmers die een hoog terrarium boven een breed model verkiezen.

Gebruik als bodembedekking schorssnippers zoals repti- of terra bark, dit is goed voor de luchtvochtigheid en gaat niet schimmelen. De achter- en zijwanden kunnen met een kurkplaat afgewerkt worden. Voorzie zeker een drinkbakje en een eetpotje (voor wormpjes).
Enkele rotsen en takken om op te klimmen mogen ook niet ontbreken.
Verder kunnen er best nog enkele plastic plantjes bijgezet of gehangen worden als schuilplaatsen.

Voorzie een grot met vochtig spagnum mos om hierin een vochtig microklimaat te hebben, dit helpt het vervellen. Ze vervellen in stukjes en eten deze velletjes vaak zalf op.
Een lichte warmtelamp, -kabel of -mat kan voorzien worden als warmtebron.
En een UVB lamp is niet noodzakelijk, maar wel aan te raden. Zorg dat er een warmer en een kouder gedeelte in het terrarium is, zodat de dieren zelf hun temperatuur kunnen regelen.

Verzorging

Het warmtelelement moet aangepast zijn aan het terrarium en de omgeving, ze zijn eenvoudig te houden, in een gematigd klimaat. De ideale temperatuur ligt tussen 21 en 25°C overdag en ‘s nachts mag het afkoelen tot minimaal 18 à 20°C. Als ze een lange periode aan te hoge (30°C) of te lage (<18°C) temperaturen gehouden worden, zal dat nadelige gevolgen hebben.
De lichten bootsen de zon na, zorg voor seizoenen, geef 12à 14 uur licht in de zomer en een uurtje of 2 minder in de winter. De luchtvochtigheid is gemiddeld 60% tot maximaal 80%.
Voor voldoende luchtvochtigheid is het noodzakelijk dagelijks het terrarium te benevelen met een plantenspuitje en lauw water. Vervang tijdig de (desert) UVB-lamp, deze is belangrijk voor de voorplanting, eetgedrag, groei, aanmaak van vitamine D3 en opname van calcium.

Kweken

Na de winterrust, als ze willen paren, zal het mannetje een stuk dominanter worden. Bij koppeltjes zal hij het vrouwtje geen rust gunnen en vaak stevig bijten/vast houden.
Als er meerdere vrouwtjes bijzitten, zal hij zijn aandacht verdelen en krijgen ze meer rust.
Geef het vrouwtje voor de bevruchting en zeker ook erna extra vitamines en calcium.

Ongeveer 4 tot 6 weken na de paring zal het vrouwtje 1 of 2 eitjes leggen, ze zal deze in een bak met 5 à 10cm vochtig zand ingraven. De eitjes mogen niet meer gedraaid worden vanaf dan, anders kan het embryo sterven. Leg de eitjes in een broedmachine speciaal voor reptielen, in een bakje met vochtig vermiculiet. De ideale temperatuur is 26 tot 29°C, dan komen de eitjes na 65 tot 80 dagen uit.
Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller ze uitkomen.

De eitjes worden niet meer aangeraakt of nat gemaakt, een bakje water zorgt voor voldoende vochtigheid. In een broedkast komt een heel groot deel van de eitjes uit, zeker in vergelijk met in het wild. Een vrouwtje kan 4 tot 6 keer per jaar eitjes leggen (met telkens enkele weken tussen).
Vind je eitjes in het terrarium die er al langer liggen, gooi ze enkel weg als ze beschimmeld zijn.
Hun eitjes kunnen namelijk ook bij kamertemperatuur uitbroeden en je wil geen half uitgebroed ei weggooien.

Zorg dat het vrouwtje na de paring en het leggen voldoende kan rusten, goed eet en voldoende supplementen krijgt. De jonge diertjes of juvenielen kunnen samen in een klein terrarium weg van de ouders, anders kunnen ze aangevallen of zelf opgegeten worden.
Zorg voor een warmte-element en een UV-lamp, (vochtige) bodembedekking, een ondiepe(!) waterbak, een grotje, een tak en een rots om op te liggen. Geef meermaals per dag kleine hoeveelheden mini krekeltjes, fruitvliegjes of buffalowormpjes en besproei ze regelmatig met lauw water. Naarmate ze ouder worden, worden de voederdieren groter, maar geef je minder vaak.

Voeding

Zet een potje met buffalowormpjes in het terrarium en geef ook regelmatig kleine krekeltjes, mini sprinkhanen, kleine kakkerlakken of wasmotlarven.
Geef niet te veel in 1 keer, zodat er geen of niet veel voederdieren in het terrarium blijven rondlopen. Als er toch voederdieren zijn die niet direct opgegeten worden, kan er een schijfje appel in het terrarium gelegd worden zodat ook zij iets te eten hebben. Het zijn fruit- en insecteneters, het is belangrijk om voldoende af te wisselen in de voeding. Hun voeding bestaat voor iets meer dan de helft uit plantaardig voedsel en verder insecten. Naast de eerder genoemde insecten eten ze dus ook veel (over)rijp fruit zoals appel, peer, kiwi, mango, meloen en banaan (geen citrusvruchten).
Verder krijgen ze ook (fruit)papjes gemaakt van poeders, speciaal gemaakt voor crested gekko’s of kant-en-klare jelly’s (opgelet: sommige zijn voeding, andere gewoon een snoepje).
Volwassen exemplaren kunnen ook een babymuisje eten.

Strooi regelmatig calcium en vitamine (D3) poeder over de insecten, bij jonge dieren mag dit bijna dagelijks. Ze drinken zelden uit een drinkbakje, vaker van een watervalletje, maar liefst van de druppels op de planten na het benevelen van het terrarium.

Gezondheid

Het zijn rustige dieren, die vaak stil liggen, maar ze mogen niet lusteloos liggen.
Ze moeten altijd helder uit hun ogen kijken en mogen niet te mager zijn.